Beheersnummer: R003
Archief: Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van Reeuwijk
Beschrijving index: Geboorteakte Reeuwijk, 1899 - 1899
Inventarisnummer: 868
Aktenummer: 30
Naam: Marinus Breedijk
Geslacht: Man
Geboren: 29-03-1899 te Reeuwijk
Vader: Gijsbertus Breedijk
Moeder: Elisabeth Kwakernaak
Aktedatum: 30-03-1899
Oudshoorn, 09-04-1918
Aktedatum: 09-04-1918
Plaats notaris:Oudshoorn
Beschrijving:
Akte: waarbij Gijsbertus Breedijk te Alphen aan den Rijn zich tegenover Nederlands Indië verbindt, namens zijn minderjarige zoon Marinus Breedijk, om de aan laatstgenoemde uit de Indische geldmiddelen verstrekte studietoelagen in bepaalde gevallen te zullen betalen.
Notabene: Niet alle in het repertorium vermelde akten zijn aanwezig in de serie
Toegangsnummer:
113.2.01 Archieven van de notarissen residerende te Oudshoorn, 1657-1925
Inventarisnummer: 221
Kaptein op de grote vaart, 2 maal getorpodeert in de 2e wereldoorlog.
Op 21-2-1940 getorpodeerd in de golf van Biskaja op het Nederlandse stoomvrachtschip TARA.
13 man in de sloepen 36 uur, door een Spaans schip opgepikt.
De Torpedeering van de „Tara” Een geweldige Explosie in den Nacht Bemanning wist zich in de beide Sloepen te redden De Gezagvoerder vertelt
Met den trein uit Hendaye arriveerden in den avond van 4 Maart te Parijs de officieren en bemanning'- van het Nederlandsche s.s. T a r a, dat Woensdag 21 Februari des nachts ter hoogte van kaap Finisterre door een' ontploffing verloren gegaan is.
De kapitein, de heer M. Breedijk, was zoo vriendelijk, onzen Parijschen correspondent enkele bijzonderheden over het verloren gaan van zijn schip mede te deelen.
Naar hij mededeelde, was de Tara van de mij. „Vrachtvaart", groot 4760 ton, met 2960 ton inhoudsmaat, met een volledige lading gerst bestemd voor de Nederlandsche regeering, op weg van Bahla Blanca naar Rotterdam.
Om 1.55 uur des nachts, zoo luidde het verhaal van den kapitein, werd ik in mijn kooi opgeschrikt door een geweldige ontploffing.'Ik werd uit mijn kooi omhoog gegooid en stond er dadelijk voor. Mijn eerste gedachte was: „Wij zijn getorpedeerd." Het schip bevond zich op dat oogenblik op veertig mijl te weten van Kaap Finisterre.
Ik schoot een broek en jas aan — gelukkig had ik kort te vorsn warm ondergoed aangedaan — greep de tasch met scheepspapieren en mijn electrlsche lamp, liep het bruggendek op en keek naar buiten om te zien wat er gebeurd was. Ik constateerde terstond, dat het achterschip dieper lag en blijkbaar aan het zinken was. De heldere maannacht maakte, dat ik alles goed waarnemen kon. Aan het voorschip was niets te bespeuren.
Ik liep toen naar het sloependek waar de bemanning ook al heen draafde. Later hoorde ik, dat de ontploffing grote verwoesting had aangericht in het matrozenverblijf, zoodat eenige mannen zelfs beklemd zaten en los getrekken moesten worden. Gelukkig echter is slechts een hunner licht gewond geweest.
Ik gaf order aan de bemanning terstond in de booten te gaan. De T a r a had een boot aan elk van beide zijden. In een oogenblik waren allen bij de booten aanwezig. De meesten hadden heel weinig aan, schoenen en sokken had er haast geen en ook hadden niet allen tijd gehad hun zwemvest aan te doen. Ik belichtte met mijn electrische lantaarn en zag toen, dat de ontploffing had plaats gehad in ruim 5. Daarboven was het een complete ruïne: beide laadboomen waren uit de mik geslagen en een er van hing buiten boord. Het luik lag geheel open. De presennings hingen als spinrag naar beneden. Aangezien achterschip langzaam maar regematig wegzonk, liet ik de bemanning in de booten paan. Den tweeden stuurman, die in zijn boot hoorde, gaf ik order de toot met de mannen erin neer te laten. Ik zelf begaf mij met den marconist naar de radiohut om S.0.S.-seinen uit te zenden. Ook de eerste stuurman ging met een boot te water.
Toen wij de radioseinen hadden uitgezonden gingen de marconist en ik terug naar onze boot, maar onderweg ontmoetten wij den tweeden stuurman, die mij zeide, dat zij met de twaalf man erin van langszij vertrokken was. Het was onbegrijpelijk, maar de boot was weg. Later bleek, dat door de deining de lijn was losgetrokken zoodat men er niets aan had kunnen doen. Wij gingen nu naar bakboordzijde,en vonden er de andere boot, die juist op het punt was te vertrekken. Wij gingen er in met nog vier man, die aan dek waren, zoodat er 23 man in onze boot waren.
Wij roeiden nu snel weg. De zee was kalm, maar er stond een hooge zuidwestelijke en zuidelijke, door elkaar lopende deining. Toen wij wegvoeren stond het achterdek juist gelijk met het water.
Toen wij veertig a vijftig meter van het schip verwijderd waren, weerklonk om 2.50 u. een tweede zware ontploffing, weer in ruim 5. Wij vermoedden dat deze door een tweede torpedo veroorzaakt werd, want na de eerste waren de lichten aangebleven, zoodat het den indruk kon maken, dat het schip nog drijvend kon blijven. Bij die tweede ontploffing zagen wij stukken en brokken hoog boven den mast uitvliegen. In één minuut tijds zonk nu het schip en zagen wij niets meer. Van de tweede boot was niets te bespeuren. Ik stak daarom eerst vuurpijl aan, die direct beantwoord werd. Van 2.15 uur tot daglicht, om zes uur, trachtten wij bij de andere boot te komen, maar door de deining bleek dit onmogelijk. Vijfmaal hadden wij door vuurpijlen verbinding met de andere boot. Met daglicht hesen wij een zeil en zeilden in de richting van de Spaansehe kust. Om zeven uur, toen de zon opkwam, zagen wij de kust. Een geheelen dag hebben wij in de boot gezeild. De wind was Zuid, zoodat wij recht op de kust konden aanvaren, met een snelheid van 2 a 3 mijl. In de boot was het noodige voedsel en water. De inventaris was perfect in orde. 's Avonds om zeven uur werden wij met onze boot opgepikt door den Spaanschen treiler ..Malen", die ons een zeer groote gastvrijheid betoonde. Men gaf ons cognac, warme koffie en gebakken visch, die heerlijk smaakte. De kapitein gaf alle medewerking, maar wilde niet meer naar de tweede boot gaan zoeken, want, zeide hij, er zijn genoeg visschers op zee, zoodat de mannen in deze tweede boot niets te vreezen hebben. De visscher bracht ons terstond naar La Coruna. Daar werden wij door den Nederlandschen consul ontvangen. De tweede boot was, naar wij later vernamen, om ongeveer acht uur 's morgens gaan zeilen. Er was geen stuurman aan boord, slechts de eerste machinist en de bootsman. Deze laatste, een oud-visscher, die vroeger schipper op loggers geweest is, is een specialiteit in het zeilen. Hij hield ook op de kust aan en kwam 's avonds in het zicht daarvan. Tweemaal onderweg ontmoetten zij Spaansche visschers, die zij praaiden, maar die weigerden hen aan boord te nemen. 's Avonds onder de kust gekomen, waren zij bevreesd door de rotsen daar niet te kunnen landen. Zij gingen daarom omstreeks middernacht voor anker in de baai. Den volgenden ochtend, met het aanbreken van den dag, landden zij in een zeer klein dorpje, waar zij zich telefonisch met La Coruna in verbinding konden stellen. Ook zij werden buitengewoon hartelijk ontvangen. Ten slotte deelde de kapitein nog mede, dat ten gevolge van moeilijkheden met de formaliteitcn een zeker oponthoud in Spanje noodzakelijk is geweest. Hij toonde zich echter zeer ingenomen met de vriendelijkheid, die allen in Spanje was betoond.
Bijzonderheden van Marinus *29.03.1899 - +16.03.1983
- zeeman en stuurman in de periode dec. 1921 en dec. 1927; tijdelijke behuizing was Terschelling.
Dec. 1928 werd zijn tijdelijke adres Rooseveltstraat 3A, Rotterdam.
- oud gezagvoerder ter Koopvaardij.
- oud inspecteur der Rederij Amsterdam.
Kruis van Verdienste: Breedijk, M.
Gegevens dapperheidsonderscheiding
Datum Koninklijk Besluit 19-10-1945 No. 43
Datum en plaats uitreiking 6 oktober 1947 Paleis op de Dam
Registernummer 1119
Mutatie Diverse wateren - meer dan 2 jaren op moedige en beleidvolle wijze het gezag op zijn schip onder oorlogsomstandigheden uitgeoefend.
Mutatieperiode Sedert mei 1940
Literatuur Bw 1947-234
Persoonsgegevens
Nationaliteit Nederlandse
Rang, functie of beroep Gezagvoerder
Onderdeel Koopvaardij
Aan boord van / behorende tot ms. Tara
Bronzen Leeuw: Breedijk, M.
Gegevens dapperheidsonderscheiding
Datum Koninklijk Besluit 29-07-1943 No. 19
Registernummer 115
Mutatie Middellandse Zee - konvooi naar Malta - luchtaanval.
Mutatieperiode 14 juni 1942
Literatuur Limburg 231; bezemer (1) 154, 907; münching (1), 37, 171; münching (2) 180
Andere onderscheidingen Bronzen Leeuw (vervanging voor het Bronzen Kruis met Eervolle Vermelding)
Persoonsgegevens
Nationaliteit Nederlandse
Rang, functie of beroep Gezagvoerder
Onderdeel Koopvaardij
Aan boord van / behorende tot Ms. Rembrandt
Geboren 29 maart 1899 in Reeuwijk
